Inleiding en samenvatting

Met deze voorjaarsrapportage informeert het college de raad over de financiële stand van zaken van de plannen uit de programmabegroting 2021 en hoe de gemeente er financieel voor staat. Deze rapportage gaat over de eerste 4 maanden van het jaar met een doorkijk naar het einde van het jaar en biedt de mogelijkheid, daar waar dat nodig is, bij te sturen.

SAMENVATTING
De begroting 2021 wordt in deze voorjaarsrapportage 2,42 miljoen euro voordelig gemuteerd. Dit voordeel is incidenteel van aard.  

Het begrotingssaldo 2021 na vaststelling van de voorjaarsrapportage komt uit op 2,55 miljoen voordelig.

Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste bijstellingen met een effect op het begrotingssaldo.

Voordelen

• Kapitaallasten-afschrijvingen (830.000 euro incidenteel)

De kapitaallasten zijn herrekend op basis van de werkelijke boekwaarden per 1 januari 2021. Omdat een aantal investeringsprojecten lager uitvalt danwel later tot uitvoering komt, is er sprake van een onderuitputting op de kapitaallasten van bijna 1,4 miljoen euro. Deze onderuitputting valt incidenteel vrij ten gunste van de stelpost onderuitputting kapitaallasten op hoofdtaakveld 0 (540.000 euro). Het restant van 832.000 euro leidt tot een positieve bijstelling van het begrotingssaldo.

• Hogere opbrengsten omgevingsvergunningen (600.000 euro incidenteel)

Het Klantcontactcentrum ontvangt een uitzonderlijk hoog aantal bouwaanvragen voor zowel woning- als utiliteitsbouw. De oorzaak daarvan is niet eenduidig. Mogelijke verklaringen zijn: de (recente achterliggende) hoogconjunctuur, beschikbaarheid van kavels voor woning- en utiliteitsbouw en de lage stand van de hypotheekrente.

• Treasury (300.000 euro incidenteel)

Bij de herfinanciering van een aantal langlopende leningen in 2020 is een rentevoordeel ontstaan. Dit voordeel valt nu voor 2021 incidenteel vrij. De structurele consequenties worden betrokken bij de doorrekening van de meerjarige financieringsfunctie in het kader van de begroting 2022.  

Nadelen

• Extra inzet omgevingsvergunningen (600.000 euro incidenteel)

Er komen zeer veel bouwaanvragen binnen voor zowel woning- als utiliteitsbouw. Het verhoogde werkaanbod leidt tot achterstanden en uiteindelijk tot overschrijdingen van wettelijke termijnen waarbinnen een bouwaanvraag moet worden afgehandeld. Derhalve is verhoging van de inzet noodzakelijk. Deze extra inzet kan gedekt worden uit verwachte meeropbrengsten van de leges.

• Coronacrisis - opbrengst parkeren (500.000 euro incidenteel)

Vooral door Corona zijn er veel minder bezoekers en veel minder werkers in de stad. Het eerste kwartaal laat een afwijking van 75% van de begroting zien, maar de toekomst is vanwege het onzekere verloop van de coronapandemie nog erg onzeker. De afwijking over 2021 wordt op dit moment geschat op ten minste 500.000 euro. De begroting wordt nu met dit bedrag bijgesteld. In de najaarsrapportage zal bezien worden of er een aanvullende bijstelling van de raming nodig is op basis van actuele inzichten ten aanzien van de gevolgen van de coronacrisis.

• Gladheidsbestrijding (250.000 euro incidenteel)

Gedurende de hevige sneeuwvalperiode in februari is veel inzet geleverd om de belangrijkste wegen en locaties begaanbaar en sneeuwvrij te maken. Dat was extra lastig omdat er in de avond en nacht geen verkeer was om het zout goed in te rijden (vanwege de avondklok).
De gladheidsbestrijding is uitgevoerd op basis van het gemeentelijke gladheidsbestrijdingsplan en de dienstverleningsovereenkomst die hiervoor met Twente Milieu is gesloten. In de begroting wordt geen rekening gehouden met curatieve gladheidsbestrijding als gevolg van sneeuwval, omdat dit incidenteel voorkomt. De sneeuwval in februari was extreem. De grote hoeveelheid sneeuw en de aanhoudende vorst hebben geleid tot grote inzet. Ook zijn de tarieven voor gladheidsbestrijding relatief hoog; het materieel wordt weinig ingezet en veel inzet vindt plaats buiten de reguliere werktijden. Ook was dit jaar specifieke capaciteit nodig om de coronatest- en vaccinatielocaties bereikbaar te houden.

Leeswijzer
In hoofdstuk 2 geven we inzicht in het verloop van het begrotingssaldo. Het startpunt is het begrotingssaldo uit de programmabegroting 2021. We zetten op een rij welke besluiten en mutaties met financiële gevolgen er voorafgaand aan deze voorjaarsrapportage zijn geweest. Tot slot geven we een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen in deze voorjaarsrapportage en presenteren we een actueel begrotingssaldo.

In hoofdstuk 3 gaan we per hoofdtaakveld dieper in op de financiële mutaties. We maken daarbij onderscheid tussen de verzamel- en rechtmatigheidsbesluiten en overige bijstellingen van de begroting.

In hoofdstuk 4 wordt gerapporteerd over de stand van zaken van de investeringskredieten. De basis hiervoor is het Meerjaren investeringsplan (MIP) uit de programmabegroting 2021 en het kredietenverslag uit de jaarverantwoording 2020.

De stand van zaken met betrekking tot de in de programmabegroting 2021 opgenomen taakstellingen wordt beschreven in hoofdstuk 5.

Als bijlage bij deze voorjaarsrapportage treft u de stand van zaken met betrekking tot de follow-up van de Managementletter 2020 van de accountant, het totaaloverzicht van openstaande investeringskredieten en de resultaten van de Binnenstadspeiling 2020.

Tabel notatie
In de tabellen die we in deze nota presenteren staan positieve bedragen voor lasten en/of nadelen en negatieve bedragen voor baten en/of voordelen. Wanneer bij een wijziging bij alle jaarschijven een bedrag staat dan is de wijziging structureel van aard.

Voor de volledigheid merken we op dat in de tabellen cijfers zijn opgenomen die afgerond zijn op duizendtallen. Hierdoor kan het voorkomen dat er bij (totaal)tellingen kleine afrondingsverschillen ontstaan.